"Hoe beschrijft Allah Zichzelf in de Koran?"

Hoe Allah Zichzelf beschrijft in de Koran

Allah (verheven is Hij) stelt Zichzelf in de Koran als volgt aan ons voor:

Allah is eeuwig en oneindig; Hij is de Eerste en de Laatste. In geen enkel opzicht – niet in Zijn wezen, niet in Zijn eigenschappen, en niet in Zijn daden – heeft Hij een gelijke, evenbeeld, vergelijkbare of soortgelijke. Zijn eigenschappen behoren tot Zijn eigen wezen. Alles is door Hem geschapen, maar Hij is Zelf niet geschapen. Hij heeft niet verwekt en is niet verwekt. Hij is verheven boven tijd en ruimte; Hij is aan geen plaats gebonden. Hij is overal, dichter bij alles dan wat dan ook, terwijl alles oneindig ver van Hem verwijderd is. (Zie Soera al-Ikhlas, 112:1-4).

1. Allah is eeuwig (Ezelî)

Allah is zonder begin en zonder einde. Hij bestond al voordat er iets anders bestond. In de islam noemen we dat kadîm – eeuwig zonder begin. Wat een begin heeft, is geschapen (hâdis) en kan dus geen God zijn. Alles behalve Allah is geschapen en afhankelijk van Zijn wil. Wie Allah niet als eeuwig erkent, komt er uiteindelijk toe om de materie zelf als eeuwig te beschouwen – wat leidt tot het onbewust erkennen van miljarden 'goden', wat strijdig is met de ware eenheid van God.

2. Allah is blijvend (Bâkî)

Allah is niet alleen zonder begin, maar ook zonder einde. Alles wat bestaat, vergaat uiteindelijk, behalve Allah. Alles is ontstaan door Zijn macht en wordt door diezelfde macht beëindigd. Maar Allah Zelf verandert niet, vergaat niet, en is aan geen krachten of beperkingen onderworpen. Een God die verandert of vergaat, kan geen ware God zijn. Blijvendheid (beka) is een fundamentele eigenschap van de Schepper.

3. Allah lijkt in geen enkel opzicht op iets dat is geschapen

Allah is volmaakt in elk opzicht. Hij lijkt niet op enig schepsel. In deze schepping zien we dat alles geboren wordt, groeit, verandert en uiteindelijk vergaat – dat zijn kenmerken van afhankelijkheid en beperking. Allah is volledig onafhankelijk en vrij van zulke behoeften: Hij heeft geen lichaam, geen voedsel nodig, geen rust, geen plaats.

Mensen hebben behoeftes, tijd, ruimte, voedsel, beweging, geboorte en dood. Allah heeft geen van deze nodig. Terwijl deze allemaal ontstaan zijn, was Allah er altijd al. Hij is niet te vergelijken met iets wat geschapen is. Hij heeft geen gelijke, partner of soortgenoot:
“Laysa kamithlihi shay’un” – “Er is niets dat op Hem lijkt.”

Allah’s unieke macht en nabijheid

Allah is Degene die de sterren even gemakkelijk schept als de kleinste stofdeeltjes. Niets weerhoudt Hem van iets anders. Alle wezens zijn voor Hem als één wezen; Hij hoort alle stemmen tegelijk, zonder verwarring. Hij voorziet tegelijk in de behoeften van alle schepsels, overal ter wereld.

Hij is niet op één plaats, maar aanwezig overal door Zijn kennis en macht. Hij is dichterbij dan wat dan ook, terwijl alle wezens zelf ver verwijderd zijn van Hem. Daarom is het logisch onmogelijk dat Allah een gelijke, helper, tegenhanger of tegenspeler zou hebben.

“Wie heeft Allah geschapen?” is geen geldige vraag

Zo’n vraag gaat uit van een verkeerde aanname. In de definitie van Allah zit namelijk besloten dat Hij niet geschapen is, maar alles zelf geschapen heeft. Als iemand zegt: “Wie heeft Allah geschapen?”, dan begrijpt die persoon niet wat “Allah” eigenlijk betekent. Want wat een begin heeft, is geen God.

Een voorbeeld om het te begrijpen: de zon

Neem de zon als voorbeeld. Ze is met haar licht, warmte en kleuren overal nabij, terwijl alle schepsels miljoenen kilometers van haar verwijderd zijn. Stel je voor dat de zon bewustzijn had, en haar kleuren eigenschappen waren (bijv. zien, horen, spreken), dan zou ze met alles tegelijk kunnen communiceren, alles tegelijk kunnen waarnemen, zonder dat iets het andere stoort.

Als een geschapen object als de zon al zulke grootsheid bezit door haar licht, hoeveel groter is dan de Schepper van de zon? Allah is oneindig veel perfecter. Hij kan overal tegelijk aanwezig zijn, alles besturen, alles horen en zien — zonder beperking en zonder inspanning.

Kortom: Allah wordt in de Koran beschreven als uniek, eeuwig, volmaakt, onafhankelijk, zonder gelijke, en de Enige die het hele universum schept, bestuurt en onderhoudt. Alles wijst op Zijn bestaan, Zijn eenheid en Zijn onaantastbare verhevenheid.