Degenen die niet vasten, zullen zij niet het paradijs kunnen binnengaan?

 

Degenen die niet vasten, zullen zij niet het paradijs kunnen binnengaan?

Verdere uitleg: Er wordt vermeld dat degenen die gevast hebben, het paradijs zullen binnengaan via de Reyyan-poort.

Antwoord

Over deze hadith (zie Boechari, Vasten, 4; Moeslim, Vasten, 166):

Allereerst kunnen we niet zeggen dat alle gelovigen die het paradijs binnengaan, gevast hebben. Er kunnen namelijk ook moslims zijn die, ondanks dat ze niet gevast hebben, door vergiffenis alsnog het paradijs binnengaan. Dit betekent dan dat zij niet door de poort van Reyyan zullen binnengaan. Ook degenen die zijn gestorven voordat ze de leeftijd bereikten om te vasten, zullen mogelijk niet door deze poort gaan.

Het woord Reyyan betekent: degene wiens dorst gelest is, die verzadigd is met water, iemand zonder dorst.

Met dit woord wordt aangegeven dat de beloning voor het verdragen van dorst tijdens het vasten iets heel bijzonders is. Zelfs op de weg naar het paradijs toe, zullen degenen die door de poort van Reyyan gaan, een route volgen waarin op die zinderend hete Dag des Oordeels geen sprake is van dorst.

Om de bijzondere status van bepaalde belangrijke daden te benadrukken, wordt in overleveringen gesproken over acht verschillende poorten naar het paradijs. Deze poorten zijn genoemd naar specifieke daden en corresponderen met het aantal paradijzen (acht). De namen van deze poorten, zoals in verschillende hadiths zijn overgeleverd, zijn als volgt (in betekenis):

De poort van het gebed, de poort van het vasten (Reyyan), de poort van aalmoezen (zakat), de poort van het goede (jihad), de poort van berouw, de poort voor hen die hun woede beheersen / anderen vergeven, de poort van tevredenheid (rida), en de rechterpoort voor degenen die niet ter verantwoording worden geroepen (zie Nevewi, commentaar bij de betreffende hadith).

In principe geldt dat iedereen die het paradijs binnengaat, al deze daden – of een groot deel ervan – heeft verricht. Volgens welk criterium wordt dan bepaald door welke poort iemand binnengaat?

Geleerden hebben deze vraag als volgt beantwoord:

Iedere persoon blinkt uit in een bepaalde daad, groeit daarin, en verdiept zich erin. Zo wordt elke persoon opgeroepen via de poort die overeenkomt met de goede daad waarin hij of zij het meest is uitgemunt. Dat iemand via die specifieke poort wordt geroepen, is tevens een erkenning van de bijzondere goede daden waarmee hij zich heeft onderscheiden (vgl. Nevewi, aldaar).

Aangezien het paradijs niet uit slechts één gebouw bestaat, moet men deze poorten ook zien als symbolen met een bijzondere waarde. Zo vroeg in een overlevering Abu Bakr (ra) (moge Allah tevreden met hem zijn): "O Boodschapper van Allah, is het mogelijk dat iemand via alle poorten wordt geroepen?" Waarop de Profeet (vrede zij met hem) antwoordde: "Ja, en ik hoop dat jij tot hen zult behoren." (Boechari, Deugden van de metgezellen, 5; Moeslim, Zakat, 28).

 

Gebpubliceerd: