Bezinning op de dood


De dood is een van de meest belangrijke waarheden die de mens zal ervaren. Zoals het zeker is dat na de herfst de winter zal aanbreken, zo eveneens is het zeker dat na het leven in deze wereld de dood zal plaatsvinden. Indien de mens dankzij de onderwijzing van de Islam het ware gezicht ervan kan onthullen, transformeert het tot een middel dat vreugde oplevert aan mensen. De houding van de profeten jegens de dood, vooral die van Yūsuf (as), hetgeen in de Koran is verkondigd, verheldert deze waarheid. Korte interpretatie ervan luidt als volgt:

Nadat Yūsuf (as) één van de voornaamste personen van Egypte was geworden, zich opnieuw met zijn ouders verenigde, zijn broers weer ontmoette en de grootste vreugde en het hoogste geluk van deze wereld ervaarde, verrichtte hij de smeekbede

Laat mij sterven als een moslim en laat mij behoren tot de rechtvaardigen.[1]

Hiermee wenste hij van Allah de Rechtvaardige zijn dood, teneinde een nog stralender leven te ervaren dan zijn gelukkige en vreugdevolle toestand op aarde. Dat houdt in dat aan de andere zijde van het graf een gelukzaligheid bestaat die nog aantrekkelijker is dan die van deze wereld en een toestand bestaat die gevuld is met nog meer vreugde dan de vreugde en het plezier van deze wereld. Hierdoor verlangde Yūsuf (as) midden in deze wereldse vreugde toch naar de bittere dood, opdat hij die ware gelukzaligheid zou kunnen bereiken. Met dit vers leidt de Koran de mens als volgt:

Werk voor hetgeen zich achter het graf bevindt. Immers, de ware gelukzaligheid en de ware vreugde bevinden zich daar.

Inderdaad, in de ogen van een gelovige dient de dood als een poort die naar de tuinen van het paradijs wordt geopend waar hij zowel zijn Schepper alsmede al zijn naasten en geliefden zal ontmoeten. Dit feit wordt in vele rituelen van de Islam weergegeven.
Bijvoorbeeld, de zinsnede ‘En tot Hem is onze bestemming’ die wij in ‘de verheerlijking van de profeet (saw) aan Allah’[2] aantreffen, geeft het volgende goede nieuws weer.

De mensen, die voor handel en ambtelijke plichten met belangrijke opdrachten naar deze wereld, het oord van beproeving, gezonden zijn, zullen weer tot hun genadevolle Schepper terugkeren en hun vrijgevige Heer ontmoeten nadat zij hun handel hebben gedreven, hun opdrachten hebben vervuld en hun diensten hebben afgerond. Dat houdt in dat zij dit vergankelijke oord verlaten en in een eeuwigdurend oord geëerd worden met de tegenwoordigheid van Zijne Hoogheid. Zij bevrijden zich van de verwarring van oorzaken en van de verduisterende sluiers van bemiddelaars en zij ontmoeten, zonder sluiers, hun genadevolle Heer in het centrum van Zijn eeuwige heerschappij. Elk van hen zal Hem onmiddellijk leren kennen en beseffen wie zijn Schepper, Heer, Verzorger en Eigenaar is. De hierboven genoemde zinsnede verkondigt boven alle blijde boodschappen een goed nieuws als volgt:

O mens! Weet jij waar jij heen gaat en waar jij naartoe wordt geleid? Jij gaat naar de tegenwoordigheid en de barmhartigheid van Degene, van Wie één uur aanschouwing van Zijn schoonheid waardevoller is dan duizend jaar leven in het paradijs, terwijl één enkel uur in het paradijs waardevoller is dan een gelukkig leven van duizend jaar op aarde. De schoonheden van de geliefden in deze wereld en van al het bestaan op aarde waaraan jullie zijn verslingerd, waarop jullie verliefd zijn en waarnaar jullie hartstochtelijk verlangen, zijn een soort schaduw van de verschijning van Zijn schoonheid en van Zijn namen. Het gehele paradijs met al haar fijnzinnigheden is een verschijning van Zijn barmhartigheid. Alle expressies van geestdrift, liefde en verleiding zijn flitsen van Zijn liefde. En jullie zijn uitgenodigd naar het paradijs, waar zich Zijn eeuwige gastmaal bevindt. Daarom dienen jullie niet huilend, maar opgewekt en blij door de poort van het graf naar binnen te gaan.

Bovendien brengt deze zinsnede een vreugdevolle boodschap:

O mensen! Jullie dienen niet te denken dat jullie in vergankelijkheid, in non-existentie, in duisternis, in vergetelheid, in bederf en in ontbinding zullen vergaan! Jullie gaan niet de vergankelijkheid in, maar gaan naar de eeuwigheid toe. Jullie zullen niet in non-existentie belanden, maar worden naar het eeuwigdurende bestaan geleid. Jullie zullen niet de duisternis, maar de verlichte wereld intreden. Jullie zijn op weg naar jullie ware Eigenaar en keren terug naar de eeuwige Sulṭān. Jullie zullen in het eeuwige bestaan van jullie rust genieten. Jullie zijn niet tot scheiding, maar tot een reünie voorbestemd.

Uit deze verklaringen kunnen we afleiden dat het gedenken van de dood niet bedoeld is om het plezier van het leven te verbitteren, maar veeleer om de mens voor te bereiden voor het hiernamaals, zodat hij vanwege de ongeoorloofde amusementen van deze wereld zijn eeuwige leven niet in gevaar zal brengen.

Dat wil zeggen dat doodsbezinning één van de meest effectieve middelen is om de tevredenheid van Allah te verwerven. Deze bezinning bevat enorm veel voordelen en wordt onderricht in de overlevering van de profeet (saw):

Haal de dood –waar genietingen door bederven en verzuren– regelmatig voor de geest![3]

Footnotes

  1. ^ De Koran 12:101.
  2. ^ Er is geen god buiten Allah, Hij is de enige, Hij heeft geen partner. Hem behoort het gehele rijk toe en Hem komt alle lofprijzing toe. Hij schenkt het leven en Hij brengt de dood en Hij is de levende. Niet sterft Hij. Al het goede bevindt zich in Zijn macht en Hij is almachtig over alles en tot Hem is onze bestemming. [Bukhārī, Ezān: 155; Tahadjdjud: 21; Muslim, Zikr: 28, 30, 74, 75, 76].
  3. ^ Zie Nursi S., De Broederschap en Oprechtheid, Lucide Inkt, blz. 92-93.

Gerelateerde artikelen