De Geloofspraktijk
| Leestijd: 5 minuten | 2

Is de mens direct uit modder geschapen?


Vraagdetail:
In sommige vertalingen van verzen staat dat “de mens direct uit modder geschapen is”. Is het mogelijk dat Allah de mens uit klei heeft geschapen, maar dat deze klei later als embryo in een levend lichaam verder is ontwikkeld, zoals in de fasen van menselijke ontwikkeling die in de Koran worden genoemd? Of is dit in tegenspraak met de islamitische leer? Kunt u een duidelijk voorbeeld geven?

Antwoord
Allah de Verhevene heeft de profeet Adam (vrede zij met hem) geschapen uit een mengsel van aarde afkomstig van verschillende delen van de wereld. Deze variatie in grondsoorten ligt ten grondslag aan de verschillen in karaktereigenschappen binnen het nageslacht van Adam.

De Koran laat er geen twijfel over bestaan dat de schepping van Adam anders is dan die van de rest van de mensheid. In soera Al-Imran (3:59) staat:
“Voorzeker, de gelijkenis van Isa (Jezus) bij Allah is als die van Adam. Hij schiep hem uit aarde, vervolgens zei Hij tot hem: 'Wees!' en hij was.”

Verschillende verzen beschrijven het materiaal waarmee Adam is geschapen:
- Aarde (turab)
- Water (ma’)
- Modder (tīn)
- Verfijnde modder (sulalah min tīn)
- Kleverige modder (tīn lazib)
- Droge modder (salsal)

Toen Allah Adam schiep en hem Zijn geest inblies, beval Hij de engelen om voor Adam neer te knielen. Ze gehoorzaamden, behalve Iblies. Hij weigerde uit arrogantie en zei: “Ik ben beter dan hij. U hebt mij uit vuur geschapen en hem uit klei.” (A’raf 7:12)

Deze scheppingsgeschiedenis vraagt om twee belangrijke inzichten:

1. Kennis van evolutieterminologie
2. De mens is direct uit aarde geschapen

1. Kennis van evolutieterminologie

De term "evolutie" heeft vele betekenissen zoals ontwikkeling, verandering, gedaantewisseling, en progressie. In het verleden werden termen als tekâmül, tahavvül, istihale en tatavvur gebruikt om natuurlijke processen van verandering te beschrijven. In islamitisch-wetenschappelijke teksten werd het woord “tekâmül” vaak niet gebruikt in de Darwinistische zin, maar meer in de zin van “geleidelijke vervolmaking” – zoals van een zaadje tot boom of van een embryo tot volwassen mens.

Als men onder “evolutie” verstaat dat atomen, moleculen en elementen van staat veranderen en onderdeel worden van levende organismen, dan is dat geen theorie, maar een natuurwet. Dit soort processen, zoals beschreven door geleerden als İbrahim Hakkı in zijn werk Marifetname, tonen aan dat alles volgens goddelijke ordening stap voor stap zijn plaats in de schepping inneemt – van aarde tot plant, van plant tot dier, van dier tot mens.

2. De mens is direct uit aarde geschapen

De Koran spreekt duidelijk: de mens is niet ontstaan uit een andere soort of dier. Adam is rechtstreeks uit aarde geschapen. Zijn vrouw, Hawwa (Eva), is uit hem geschapen, en uit hen beiden komt de rest van de mensheid voort.

Bijvoorbeeld:

  • “Voorwaar, Wij hebben de mens geschapen uit droge klei, uit veranderlijke zwarte modder.” (Hicr 15:26)
  • “Hij schiep u uit één ziel, dan maakte Hij daaruit echtgenoten…” (Zumar 39:6)
  • “O, gij mensen, vreest uw Heer, Die u van één enkele ziel schiep en daaruit haar gezellin schiep en uit hen beiden mannen en vrouwen verspreidde..” (Nisa 4:1)

Een hadith verklaart dat de vrouw uit een rib is geschapen, wat ook tegenwoordig met moderne inzichten over stamcelonderzoek verklaard kan worden.

In soera al-Mu’minun (23:12-14) wordt naast de schepping van Adam ook de embryonale ontwikkeling van zijn nageslacht beschreven. Dit toont aan dat de schepping van Adam anders is dan die van zijn nageslacht, dat zich in de moederschoot ontwikkelt.

De Koran bevestigt dat de mens op de mooiste wijze is geschapen:

“Voorwaar, Wij hebben de mens in de mooiste vorm geschapen.” (Tīn 95:4)

En in soera Fatir:

“Allah heeft jullie uit aarde geschapen, daarna uit een druppel sperma, en Hij maakte jullie vervolgens tot paren.” (Fatir 35:11)

Iblies verzette zich tegen het bevel om Adam te eren vanwege diens oorsprong uit aarde – hij noemde géén andere stadia zoals vis of aap. Dit geeft aan dat Adam geen evolutionaire stadia van dier naar mens doorliep.

Sommige mensen wijzen op de gebeurtenis waarbij een groep mensen tot apen werd gemaakt. De Koran vermeldt dit als straf voor het schenden van het verbod op sabbatsarbeid, maar dit was een uitzonderlijke, tijdelijke en beperkte gebeurtenis (Bakara 2:65).

Conclusie
De Koran leert niet dat de mens is ontstaan uit lager ontwikkelde levensvormen. Integendeel: de mens is verheven geschapen, rechtstreeks uit aarde, zonder tussenkomst van andere diersoorten. De “evolutie” waarover in de islamitische wetenschap wordt gesproken, is eerder een geleidelijke vervolmaking binnen de eigen soort (tekâmül), niet het Darwinistisch idee van soortverandering.

Theorieën over het ontstaan van de mens zijn slechts menselijke interpretaties – maar de ware kennis ligt bij Allah. Zijn Woord, de Koran, is hierin de meest betrouwbare bron. Een gelovige hoort dit uitgangspunt te erkennen en te aanvaarden.


Vond je deze inhoud nuttig?