Aan wie kan de fidye voor het vasten worden gegeven?


Degenen die niet kunnen vasten vanwege chronische ziektes dienen aan arme moslims fidye te geven, voor wie ze niet verplicht zijn om te zorgen. Degene die de fidye geeft, mag niet direct of indirect van deze fidye profiteren. Dezelfde regel geldt ook bij de zekat. Daarom kan een persoon zijn zekat, sadakatul-fitra en fidye niet aan zijn eigen usul en furu (degenen die zich in de ouder-nakomeling lijn bevinden) geven. Uusl omvat vader, moeder, grootvader, grootmoeder, ouders van grootvader etc. Furu omvat kinderen, kleinkinderen, kinderen van kleinkinderen etc.

Bovendien mag een echtgenoot zijn zekat, sadakatul-fitra en fidye niet aan zijn vrouw geven, noch kan de echtgenote deze aan haar man geven.

Men kan echter zijn zekat, sadakatul-fitra en fidye aan zijn familieleden buiten usul en furu geven. Dus, het is wel toegestaan om deze aan broers, zussen, tantes, ooms, schoonvader en schoonmoeder en de schoonkinderen te geven indien ze arm zijn.[1]

Footnotes

  1. ^ Zie Zeylai, Tebyin I:301

Gerelateerde vragen