Ik heb ooit geld gestolen van mijn ouders en grote broer, maar heb nu spijt en heb geen geld, wat moet ik doen?


Tewbe, berouw tonen inzake het schenden van persoonlijke rechten kent 2 voorwaarden:

  • Het onrechtmatig verkregen goed weer teruggeven aan de eigenaar en vragen om vergiffenis;
  • Oprecht spijt hebben van je slechte daad.

Onze Profeet (saw) heeft hierover het volgende gezegd:

“Wie onrecht begaan heeft tegenover zijn broeder, of het nu op het gebied van eer of materiële zaken is, laat hem dan vandaag de vergeving ervan opzoeken, voordat de tijd komt dat hij noch dinar noch dirham heeft. Wanneer hij goede daden zou hebben, worden die weggenomen in verhouding tot zijn onrecht. En als hij geen goede daden zou hebben, krijgt hij, in verhouding, de last te dragen van de slechte daden van degene die hij onrecht heeft aangedaan”[1]

Het is uiteraard mogelijk dat op het moment dat de wens bestaat om het onrechtmatig verkregen goed terug te geven aan de rechtmatige eigenaar, de financiële situatie dit niet toestaat. In dat geval zal moeten worden ingespannen om toch te kunnen voldoen aan deze verplichting. Gedurende deze periode dient men door te gaan met het tonen van berouw (tewbe).

Na de genoemde zaken dien je je te richten tot de barmhartigheid van Allah (swt). Zoals door Imam Ghazali (ra) is aangegeven, is tonen van oprecht berouw garantie voor vergiffenis, mits voldaan aan de voorwaarden:

  1. erkennen van je fout jegens Allah en spijt hebben;
  2. afstand nemen van die fout;
  3. duidelijk de intentie hebben om recidive te voorkomen;
  4. en de rechten van anderen teruggeven en vergiffenis vragen.

Een mens dient bij het begaan van alle zondes in gedachten te houden dat dit in principe een rebellie is richting Allah (swt) en hier spijt van krijgen. Verder dient hij of zij samen met het tonen van het benodigde berouw, vanaf dat moment zich te moeten gedragen als een vrome reiziger richting het hiernamaals en elk mogelijkheid, om de gunsten van Allah (swt) te verkrijgen, moet grijpen met beide armen.

Elk mens kan tijdens zijn/haar transformatieproces van slechte naar goede eigenschappen middels berouw, het volgende vers uit de Kuran als toevluchtsoord gebruiken:

Zeg: “O Mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoop niet aan de genade van Allah (aangaande Zijn vergiffenis en toelating tot het paradijs), waarlijk Allah vergeeft alle zonden. Waarlijk, Hij is de Vergevingsgezinde, de Barmhartige.”[2]

Footnotes

  1. ^ Sahih Bukhari 6534
  2. ^ De Kuran 39:53

Gerelateerde vragen