Kunnen niet-moslims ook naar het paradijs gaan?


In deze wereld beschermt de Islam, zowel de gelovigen als niet-gelovigen, zolang geen enkel van hen de wetten naleeft en geen schade berokkent aan anderen. Echter de sleutel tot het paradijs is de geloofsbetuiging. Iemands positie in het paradijs is gebaseerd op de mate dat men zich houdt aan de geboden en verboden. In dit opzicht kan iemand zonder de geloofsbetuiging het paradijs niet betreden.

Bij Allah is de islam de enige ware religie. Dit wordt in de Kuran als volgt vermeld:

De religie bij Allah is de Islam. Degenen die [voordien] het Boek hebben ontvangen, zij zijn, nadat de kennis tot hen was gekomen, ten gevolge van onderlinge jaloezie [met uiteenlopende opvattingen] uit elkaar gegaan. En wie de boodschappen van Allah ontkent, [hij moet weten dat] Allah snel is met de afrekening.[1]

En wie een andere religie dan de Islam zoekt, het zal van hem niet worden aanvaard, en hij behoort in het hiernamaals tot de verliezers.[2]

In de religie is er eerst sprake van de geloofsbelijdenis en dan de aanbidding. In dit opzicht strookt in de andere religies de opvatting over de éénheid van Allah, het bestaan van de engelen, de heilige geschriften, het geloof in de profeten, het hiernamaals en het lot niet met de werkelijkheid.

Een ander belangrijk punt in het geloof is dat de waarheden van de geloofsbetuiging een geheel vormen: om gelovig te zijn dient men in al de waarheden van de geloofsbetuiging te geloven. Degene die in één daarvan niet gelooft, kan niet als gelovige beschouwd worden.

Bijvoorbeeld iemand die gelooft in Allah maar niet in het hiernamaals, kan geen gelovige genoemd worden. Er kan geen onderscheid gemaakt worden zoals ‘gelovig wat betreft het geloven in Allah’ maar ‘ongelovig voor wat betreft het hiernamaals.’

Degene die in Allah gelooft, zal ook geloven in Zijn boek, de Kuran, zodat hij qua overtuiging in een geloof verkeert dat van Allah komt. Het verstand van de mens kan inzien dat hijzelf en de wereld een Schepper heeft. Maar de eigenschappen van die Schepper, Zijn namen, Zijn geboden en verboden, Zijn eeuwige verblijfplaats, de wegen naar het paradijs… kan de mens niet bevatten zolang Allah dat via openbaring niet laat weten.

Dus het is onmogelijk om het geloof in Allah en de Kuran los van elkaar te beschouwen. Iemand die gelooft in de Kuran, dient ook te geloven in de profeetschap van Muhammed (saw) en in de engel van openbaringen, Djibril. Dit is de allereerste en grootste stap in het geloven in de profeten en de engelen.

Degene die gelooft in de Kuran en de profeten zal ook geloven in de waarheden die de Kuran verkondigt en de profeet aanleert en zal opgaan in de aanbidding. Degenen die alleen door in Allah te geloven bevrijding zullen vinden, zijn mensen die in de fetret geleefd hebben.

Zij zijn niet op de hoogte van de religie of de profeet. Zij hebben geen kennis gekregen van de openbaringen en zij weten niet wat aanbidding is. Degenen die niet zijn ingelicht of op de hoogte zijn gebracht over de islam en de Kuran, worden niet verantwoordelijk gesteld. De andere gemeenschappen dienen te geloven in het laatste hemelse boek van Allah, de laatste profeet, Muhammed en de laatste religie van Allah om het paradijs te kunnen betreden.

Footnotes

  1. ^ De Kuran 3:19
  2. ^ De Kuran 3:75

Gerelateerde vragen