Wat is het oordeel van het trouwen in de Islam?
Wanneer wij het opzicht van de Islam over een kwestie willen leren, bestuderen wij in eerste instantie de verzen van de Kuran en daarna de ehadis van de Profeet (saw). In een van de verzen van de Kuran wordt het volgende verkondigd:
Bovendien wordt in een ander vers het volgende verkondigd:
“En tot Zijn tekenen behoort dat Hij uit jullie midden echtgenotes voor jullie heeft geschapen, opdat jullie [gemoeds-] rust bij hen vinden. Hij heeft liefde en barmhartigheid tussen jullie aangebracht. Daarin bevinden zich zeker tekenen voor een volk dat nadenkt.”[2]
Naast de verzen van de Kuran moedigt eveneens de Profeet (saw) zijn gemeenschap in veel overleveringen aan om te trouwen. Hij heeft verkondigd dat zijn gemeenschap dient te trouwen en te vermenigvuldigen, want hij zal op de dag des oordeels trots zijn op de menigte van zijn gemeenschap.[3] De profeet (saw) spoort eveneens de jeugd aan tot het huwelijk met de volgende overlevering:
“O jullie jonge mannen, eenieder die in staat is om te trouwen, dient te trouwen, want dit zal hem helpen om zijn blik neer te slaan en zijn schaamte te bewaren.”[4]
De profeet (saw) verkondigde ook dat het huwelijk zijn sunnet is en degene die zich hiervan afhoudt niet tot hem behoort.[5]
In één opzicht wordt nikah als een burgerlijk contract beschouwd en in een ander opzicht als een aanbidding. De bovengenoemde verzen van de Kuran en de ehadis van de Profeet (saw) tonen ons duidelijk aan dat het huwelijk wadjib is voor een man, indien hij dominante seksuele verlangens heeft en daardoor een kans heeft om een zonde te plegen. Indien de financiële situatie van iemand, wiens seksuele verlangens niet dominant zijn, toereikend zijn, is het sunnet voor hem om te trouwen. Hoewel het mubah is voor een oude man die een zwakke seksuele kracht heeft, om te trouwen, wordt hij geadviseerd om niet te trouwen.[6] En indien iemand vreest dat hij onrechtvaardig kan zijn jegens zijn vrouw, is het mekruh voor hem om te trouwen.[7]
“En huw de ongehuwden onder jullie en de deugdzamen onder jullie mannelijke of vrouwelijke slaven.”[1]