Waarom kunnen wij Allah in deze wereld niet zien?

Eén van de namen van Allah is An-Noer (Het Licht). Alles, van de engelen – die lichtgevende wezens zijn – tot het zonlicht en alle stralen die het universum vullen, draagt verschillende manifestaties van deze naam. Het menselijk oog ziet in deze wereld alleen de materiële wereld. Het kan noch zijn eigen ziel, noch de engelen die zijn daden opschrijven, noch de wereld van stralen zien.

Er is vastgesteld dat het menselijk oog slechts ongeveer 2,5% van alle bestaande straling in het universum kan waarnemen. Met zo’n oog verwachten om Allah – die alle lichtgevende wezens heeft geschapen – in deze wereld te kunnen zien, zou zacht uitgedrukt indruisen tegen de natuurwetten.

Een ander aspect van deze kwestie is dat mensen in deze wereld op de proef worden gesteld. Het zichtbaar zijn van Allah zou in strijd zijn met het geheim van deze beproeving. Aangezien het doel van onze schepping het leren kennen van Allah en het verrichten van aanbidding is, en de mens de keuze heeft om wel of niet te geloven, zou – als Allah zichtbaar zou zijn – iedereen wel móeten geloven, en zou de beproeving tenietgedaan worden. Zoals Bediüzzaman zegt: mensen met een ziel als steenkool zoals Abu Jahl en mensen met een ziel als diamant zoals Abu Bakr zouden dan op hetzelfde niveau blijven.

De reden waarom wij Allah niet met onze ogen kunnen zien, is omdat Hij alles omvat met Zijn macht en kennis, en omdat Hij geen tegenpool heeft.

Bijvoorbeeld, stel dat de atmosfeer de aarde van alle kanten omhult, en dat de zon het hele heelal zou omhullen – dan zou het onmogelijk zijn om de zon met het blote oog te zien. Omdat overal dan bedekt zou zijn met het licht van de zon, zou de zon zelf onzichtbaar zijn. En omdat er ook geen tegenhanger zoals de nacht zou zijn, zou de zon niet waargenomen of begrepen kunnen worden. Toch zou het ontkennen van het bestaan van de zon, die overal is met haar licht en alles omhult, pure onwetendheid zijn.

Met dezelfde denkwijze kunnen we begrijpen waarom Allah, die met Zijn Namen en Eigenschappen alles omvat en overal aanwezig is en geen tegenpool heeft, niet met het oog gezien kan worden.

In het Hiernamaals echter, zal de situatie volledig anders zijn. De zielen van de bewoners van het Paradijs zullen dan domineren over hun lichamen. Daar zullen de werkelijke vormen van wat hier slechts schaduwen zijn, geschapen worden. De mens zal als een wezen het Paradijs binnengaan dat in alle opzichten waardig is aan het Paradijs en van al zijn gaven kan genieten. Zelfs in het Paradijs is het belangrijk om stil te staan bij het feit dat de aanschouwing (rü’yet) van Allah niet voortdurend zal plaatsvinden.

Het betekent dus dat de bewoners van het Paradijs, wanneer zij Allah zullen mogen aanschouwen, in een andere toestand zullen verkeren, en deze goddelijke gunst zal plaatsvinden in een omgeving die daar speciaal voor is. Er zijn zelfs overleveringen dat wanneer zij terugkeren van deze aanschouwing, hun families hen niet eens zullen herkennen – en dat bevestigt dit bijzondere moment