Waarom laat Allah iemand wachten terwijl Hij weet of diegene naar het paradijs of de hel gaat?

Vraag:

Waarom laat Allah iemand wachten terwijl Hij weet of diegene naar het paradijs of de hel gaat?

Antwoord
Het is belangrijk om te benadrukken dat weten en doen twee totaal verschillende zaken zijn. Bijvoorbeeld: dat we weten dat een zaadje een boom wordt, betekent niet dat het geen boom hoeft te worden.

Als er bijvoorbeeld een plan wordt gemaakt voor het bouwen van een gebouw, zou dan kunnen worden gezegd: "Aangezien er al een plan is, waarom zou het gebouw nog nodig zijn?"

Laten we plannen wat we morgen gaan doen en wat we gaan eten. Zouden we dan zeggen: "Aangezien we al weten wat we gaan doen, hoeven we niet te gaan of te eten"?

Als wij dit niet eens kunnen zeggen over alledaagse simpele zaken, hoe zouden we dan kunnen zeggen: "Aangezien Allah weet wat iemand gaat doen, waarom beproeft Hij diegene, laat Hij hen wachten in het graf en neemt Hij hen ter verantwoording op de Dag des Oordeels?"

Ja, Allah weet of een mens naar het paradijs of de hel zal gaan. Maar net zoals er wijsheid is in het sturen van mensen naar deze wereld voor beproevingen, zijn er ook vele wijsheden in het nemen van rekenschap op de Dag des Oordeels.

Op het plein van de Dag des Oordeels zullen de namen van Allah, zoals Adl (Rechtvaardig), Hakim (Wijze), HafizDegene die de gehele Kuran uit zijn hoofd kent. (Bewaker), en Kadir (Almachtige), zichtbaar worden. De mens zal zien hoe alles wat hij in deze wereld heeft gedaan tot in de kleinste details is vastgelegd, en hoe zijn daden op een perfecte manier voor of tegen hem getuigen. Hij zal de rechtvaardigheid van Allah volledig begrijpen.

Het ter verantwoording roepen van mensen voor hun daden en vervolgens hen belonen of straffen is een onderdeel van Zijn wijsheid. Allah (swt), die alles met wijsheid heeft geschapen, zal mensen ook op de Dag des Oordeels met Zijn wijsheid ter verantwoording roepen.

Het graf is een onzichtbare wereld. Vanuit dit perspectief weten we over de aard van het oordeel en de ondervraging in die wereld zoals de profeet (vrede zij met hem) het heeft uitgelegd.

Na het overlijden wordt een persoon in het graf ondervraagd door de engelen Munkar en Nakir. Als hij een gelovige is, verandert zijn graf in een tuin van het paradijs. Als hij veroordeeld is tot de hel, wordt zijn graf een kuil van het hellevuur.

Een gelovige met veel zonden kan in het hiernamaals en op de Dag des Oordeels moeilijkheden ondergaan die als boetedoening voor zijn zonden dienen. Daarom kan iemand wiens zonden meer zijn dan zijn goede daden door de beproevingen in het graf en op de Dag des Oordeels gereinigd worden en alsnog naar het paradijs gaan.

Op de Dag des Oordeels worden mensen ter verantwoording geroepen, en afhankelijk van hun daden worden hun boeken van rechts of van links gegeven. Daarna zullen zij de Sirat-brug oversteken.