Het is een van de eerste taken van ouders om hun kinderen te vertellen over Allah. Hoe kunnen ouders ervoor zorgen dat hun kinderen van Allah gaan houden? Wat moet er gedaan worden om dit te kunnen verwezenlijken?

De psycholoog Antonie Vergote zegt in zijn boek, Psychologie religieuse (Religieuze psychologie) dat kinderen vanaf hun geboorte al affiniteit hebben met religie. De mens is geen materieel schepsel dat enkel en alleen bestaat uit vlees, botten en bloed. Het is juist de spirituele en emotionele rijkdom, waar de mens vanaf de geboorte over beschikt, en waarmee hij zich van andere schepselen onderscheidt.

De mens is een sociaal wezen. De mens wil liefhebben, geliefd worden, een religie aanhangen en zichzelf waardevol en sterk voelen. Dit is dan ook mogelijk door een eigen familie, een samenleving, een eigen land en een religie te hebben. Maar hoe moeten kinderen dan verteld worden over Allah? Hoe moeten de vragen, die kinderen daarover stellen, beantwoord worden? Waar moet op gelet worden bij de beantwoording van dergelijke vragen?

Nadenken met de logica van kinderen tijdens het beantwoorden van vragen die kinderen stellen is van groot belang. Dus niet te denken als een volwassene, maar dit juist op een manier doen die een kind kan begrijpen. Een kleine fout die wij maken kan hun verstand al in verwarring brengen. Kinderen zien zichzelf als het middelpunt van alles tot een leeftijd van vier jaar. Zij maken daarom geen onderscheid tussen levende en levenloze schepselen, waardoor voor hen alles levend is. Hierdoor zullen zij alle gebeurtenissen uit verhalen geloven en niet beseffen dat het allemaal verzonnen is.

Leeftijd van 2-3 jaar
Rond deze leeftijdscategorie ontwikkelt een kind zijn/haar woordenschat en beginnen bepaalde overtuigingen een vorm te krijgen in zijn/haar leven. Hierdoor is het van groot belang om kinderen, nadat zij beginnen met praten, hun de kalima-at-tawhīd te leren en om te beginnen met godsdienstonderwijs in de vraag-en antwoord stijl. Bovendien moeten begrippen, zoals Allah, profeet en engelen regelmatig gebruikt worden in de omgeving van het kind.

Leeftijd van 4-5 jaar
Dit is de leeftijdscategorie waarin kinderen leren over begrippen, zoals liefde en liefhebben, waardoor het van belang is om hen ook te leren en te vertellen hoe veel Allah om Zijn onderdanen geeft en hoe Hij dit laat zien door middel van Zijn schepping. De invloed van sprookjes en religieuze verhalen op kinderen gedurende de opvoeding vooraf aan onderwijs op school is groot, waardoor het aanleren van goede daden en het geloof aan kinderen middels sprookjes en verhalen makkelijker is.

Daarnaast is het zo dat aanbidding en gebed aantrekkelijk kunnen zijn voor kinderen van deze leeftijdscategorie, waardoor deze kinderen hun ouders daarin kunnen imiteren. Zo kunnen, het bidden in het bijzijn van het kind, het kind meebrengen naar de moskee, het luid en duidelijk bedanken van Allah voor al Zijn geschenken vooraf aan en na het eten en het luid verrichten van een smeekbede, ervoor zorgen dat het kind dichter bij Allah komt.

Aan de andere kant laat onderzoek zien dat, vooraf aan onderwijs op school, angst voor de dood heel dominant is bij kinderen. Kinderen binnen deze leeftijdscategorie hebben angst dat allereerst hun ouders en daarna zijzelf dood zullen gaan. De enige oplossing voor de angst voor de dood is het aanleren van het geloof in het Hiernamaals aan kinderen en door ervoor te zorgen dat zij het Hiernamaals beschouwen als een mooie plek waar zij weer herenigd zullen worden met hun geliefden.

Er moet begrip worden getoond voor het feit dat een kind denkt dat alles wat hij om zich heen ziet gemaakt is door een menselijke hand en dat het kind Allah vergelijkt met een grote mens en hierover ook vragen stelt. Het is juist goed om op een passende wijze en begrijpelijke taal aan het kind te vertellen dat Allah geen materieel wezen is en dat Hij daardoor niet vergeleken kan worden met Zijn creatie.

Leeftijd van 6-7 jaar
Bij kinderen binnen deze leeftijdscategorie ontstaat de behoefte om zich leuk te laten vinden door volwassenen en hun ouders. Hierdoor is het nuttig om deze kinderen met complimenten of kleine cadeautjes te belonen voor het feit dat zij bidden, smeekbedes verrichten en dank betuigen tegenover Allah.

Leeftijd van 8-9 jaar
Deze kinderen verwerven de vaardigheid om abstract te kunnen denken en gewetensvol te beredeneren. Hierdoor kan een kind tot de leeftijd van 8 jaar beter niet veel verteld worden over de Hel, zondes-beloningen en kunnen hun daden beter niet als zondes worden aangemerkt. Bovendien stopt een kind met het spelen van spelletjes met ouders en gaat het kind tijd doorbrengen met televisie kijken en spelletjes spelen met vrienden. Daarom is het gepaster om godsdienstonderwijs door middel van spelletjes, boeken, tekenfilms en raadsels te verzorgen.

Leeftijd van 10-14 jaar
Binnen deze leeftijdscategorie begint een kind kritisch na te denken en dingen ter discussie te stellen, waardoor het kind reactiever en twijfelachtiger zal reageren op dingen die familieleden zeggen. Hierdoor wordt geadviseerd om het godsdienstonderwijs rond deze leeftijd, naast familie, vooral over te laten aan vriendenkringen en aan het onderwijs op school en in de moskee.