Is een voorwaardelijk huwelijk geldig? En is de voorwaarde bindend?

Originele vraag

Beste vi,  Ik ben een pas bekeerde moslima en binnenkort van plan om te trouwen met een moslim van Turkse komaf. Nu weet ik al dat we daarvoor de nikah moeten verrichten. Echter mijn vraag betreft een voorwaarde die ik wil stellen aan mijn toekomstige man tijdens onze huwelijksvoltrekking (nikah). Ik zou heel graag willen dat er tijdens de nikah een belofte wordt gemaakt door hem om niet een andere vrouw te nemen te allen tijde dat wij getrouwd zijn. Sterker nog, ik vraag me af of ik als eis mag stellen dat mocht hij zoiets alsnog doen, onze nikah dan komt te vervallen. Is dit mogelijk en toegestaan in de Islam?


Antwoord


Indien een vrouw tijdens een nikah aan de man met wie zij gaat trouwen zou zeggen dat zij hem als haar man accepteert op voorwaarde dat hij niet met een andere vrouw zal trouwen zolang ze getrouwd zijn, is deze nikah -volgens de hanafi geleerden- sahih (geldig). Maar de voorwaarde die de vrouw tijdens de nikah uit, wordt als fasit (ongeldig) verklaard. Immers, volgens de Islam is het toegestaan voor een man om met een tweede vrouw te trouwen. Aangezien desbetreffende voorwaarde met de oordelen van de Islamitische wetgeving botst, wordt het (de voorwaarde) als ongeldig verklaard.[1]

Dus, indien een man, zonder het geheim te houden, met een tweede vrouw nikah doet, is deze nikah volgens de Islamitische wetgeving wel geldig. Het maakt niet uit of ze de nikah met een voorwaarde hebben gedaan of niet.

Volgens de Hanbeli wetschool, is een dergelijke tweede nikah eveneens het geval is bij andere madhabs, geldig. Maar volgens de Hanbeli geleerden heeft de vrouw die zich in een dergelijke situatie bevindt, het recht om via de rechtbank te scheiden, omdat zij hem als zijn man met een dergelijke voorwaarde heeft geaccepteerd.[2]

Footnotes

  1. ^ Ibn-ul Humam, Fath, III, 335-336; Ö. Nasuhi Bilmen, Hukūk-i İslamiyye ve Istılahat-ı Fıkhiyye Kamusu, II, s. 37
  2. ^ Zie Ibn Kayyim el-Djawziyya, Za’du’l-Mead, v. 5, s. 213-224; Bilmen, Istılâhât-ı Fıkhiyye Kamusu, II, s. 40

Gerelateerde vragen