Maakten de profeten weleens fouten?


Geen enkel profeet heeft, noch vóór zijn profeetschap noch erna, gezondigd. Een aantal profeten zijn door middel van vergeetachtigheid of door het betere na te laten in een soort fout beland. Dit wordt zèllè (زَلَّةُ) genoemd en is anders dan fouten die wij kennen.[1]

Een voorbeeld hiervan is profeet Yunus (as). Hij had lange tijd zijn volk uitgenodigd tot het ware geloof. Na 33 jaar zag hij nog steeds geen resultaat en besloot om het land te verlaten zodat hij ergens anders mensen tot het ware geloof kon uitnodigen. Echter had profeet Yunus (as) geen toestemming van Allah gevraagd en is hierdoor in een zèllè beland. Een profeet kan zijn volk niet verlaten zonder toestemming van Allah.[2]

De zèllè van profeten moet men niet beschouwen als een zonde, want zondes vergen een straf. Maar profeten zullen geen straf ondervinden door het begaan van een zèllè.

Zoals alle profeten bezit ook ons profeet (saw) de eigenschap ismet (عِصْمَةٌ). Dit houdt in dat profeten door Allah beschermd zijn tegen het plegen van zondes. In het vers ‘’Opdat Allah jou jouw vroegere en toekomstige zonden vergeeft...’’[3] wordt er gedoeld op de potentiele mogelijkheid van de profeet (saw) in verband met zijn menselijk geaardheid om een zonde te plegen. De eigenschap ismet zorgt bij profeten ervoor dat die potentie om zondes te plegen door de bescherming van Allah niet in daden worden omgezet; met het woord ‘vergeeft’ wordt in het vers hierop gedoeld.[4]

Aangezien profeten als voorbeeld voor hun volk gezonden zijn, heeft Allah hun beschermd tegen het plegen van zondes. Hoewel dit zo was heeft de eerbiedwaardige profeet (saw) dag en nacht extra gebeden verricht en is het grootste voorbeeld voor zijn volgelingen. Ook heeft hij (saw) op deze manier laten zien dat het aanbidden van Allah niet uit angst voor de hel of uit hoop voor het paradijs gedaan moet worden, maar omdat Allah de Enige is die het waard is en het recht heeft om aanbeden te worden en dat er spiritueel leven en genot zit in het aanbidden van Allah.

Footnotes

  1. ^ Zie Muwazzah Ilm-i kelam, Ömer Nasuhi Bilmen
  2. ^ Zie Hulasatul-Beyan II:4748
  3. ^ De Kuran 48:2-3
  4. ^ Zie Elmalili Hamdi Yazir, Hak Dini Kuran Dili, VII, p. 138

Gerelateerde vragen