Wat is de toestand van de kinderen van de ongelovigen die de puberteit niet hebben bereikt in het hiernamaals?


De kinderen van de moslims, die volgens de islamitische normering nog niet als volwassen worden beschouwd, behoren tot de mensen van het paradijs. Maar als het gaat om de kinderen van de ongelovigen, zijn daar verschillende meningen over. Volgens onderzoekende islamitische geleerden behoren de kinderen van de ongelovigen, die volgens de islamitische normering nog niet als volwassen worden beschouwd, tot de mensen van het paradijs.
In de Kuran staat het volgende:

“…Wij bestraffen niet, totdat Wij een boodschapper hebben gezonden.”[1]

Zoals men weet zijn kinderen en geestelijk beperkten niet verantwoordelijk en aansprakelijk, waardoor zij ook niet in aanmerking komen voor de toespraken van profeten.
In een ander vers wordt het volgende vermeld:

“Dat geen drager de zonden van een ander met zich meetorst”[2]

Zoals de zoon van iemand die een moord pleegt niet aansprakelijk is, zo is de zoon ook niet aansprakelijk voor het ongeloof van zijn vader. Dit is de meest sterke opinie.
Imam Bukhari noteerde drie overleveringen in het hoofdstuk over de kinderen van de ongelovigen. In de eerste overlevering benoemt hij tewakkuf (Betreft geen oordeel over). In de tweede wordt overgeleverd dat ze behoren tot de mensen van het paradijs. In de laatste overlevering wordt duidelijk uitgedrukt dat ze tot de mensen van het paradijs zullen behoren.
Volgens een overlevering van Imam Bukhari heeft profeet Muhammed (saw) het volgende gezegd:

“Ik heb Ibrahim (as) met de kinderen van alle mensen om zich heen in het paradijs gezien.”

In een andere overlevering heeft men gevraagd:

“O de boodschapper van Allah! Bevinden zich ook de kinderen van ongelovigen in het paradijs?”
Daarop heeft hij gezegd: “Ja, ook de kinderen van de ongelovigen.”[3]

Commentators hebben hier bewijs gezien over de 3 verschillende opinies en tevens ook de voorkeur van Imam Bukhari, namelijk dat de kinderen van de ongelovigen ook tot het paradijs behoren.[4]

Footnotes

  1. ^ De Kuran 17:15
  2. ^ De Kuran 53:38
  3. ^ Bukhari, Djenaiz 93, Tabir 48
  4. ^ Zie. İbrahim Canan, Kutub-i Sitte Tercüme ve Şerhi, Akçağ Yayınları: 14/26-28

Gerelateerde vragen