Het bewijs voor het hiernamaals en de wederopstanding


In de Koran worden de gelovigen als degenen gekwalificeerd die in het verborgene geloven.[1] Dat wil zeggen dat alle zes zuilen van het geloof tot de kwesties omtrent het verborgene behoren. Aangezien het geloof in het hiernamaals een van de zuilen van het geloof is, kan het zoals de andere zuilen van het geloof niet met zintuigen bevat worden. Echter, het betekent niet dat de mens de zuilen van het geloof niet kan bewijzen. Veeleer kan hij dankzij het verstand dat door Allah als een van de meest belangrijke gunsten aan hem is geschonken, de geloofswaarheden op het niveau van ilmelyaqīn bevestigen. Immers, in de Koran wordt via verzen zoals

Gebruiken jullie je verstand dan niet?[2]

Denken zij dan niet na zoals dat moet?[3]

Denken jullie dan niet na?[4]

een beroep op het verstand gedaan, wendt de Koran zich tot ons beoordelingsvermogen en stimuleert ons tot onderzoek.[5] Hoewel sommige filosofen zoals Ibn Sīnā (Avicenna) van mening waren dat de bewerkstelliging van de wederopstanding niet te bewijzen is, zeiden grote geleerden zoals Bediuzzaman dat het wel bewezen kan worden. Ze hebben boeken vervaardigd waarin ze met onweerlegbare bewijzen aantonen dat de meeste namen van Allah zoals de Barmhartige, de Rechtvaardige en de Alwijze de wederopstanding en het hiernamaals vereisen.

Alvorens dit onderwerp uitgebreid te behandelen, is het nuttig om als inleiding enkele punten te verhelderen. Indien iemand bijvoorbeeld over een paleis zou beweren dat dat paleis vernietigd zal worden en na zijn vernietiging weer opnieuw opgebouwd zal worden, dan zouden hierover een paar vragen bij ons opkomen:

De eerste vraag: bestaat er een reden voor zijn vernietiging? Indien men deze vraag met ‘ja’ zal beantwoorden, dan duikt een tweede vraag op: is diegene machtig genoeg om dit paleis te vernietigen? Indien men deze vraag ook met ‘ja’ zal beantwoorden, dan kan er een derde en een vierde vraag worden gesteld: “Is de vernietiging daarvan mogelijk?” en “Zal die vernietiging daadwerkelijk plaatsvinden?” Voor het geval dat men met bewijzen de mogelijkheid van een vernietiging zal bevestigen, volgen in aansluiting daarop twee nieuwe vragen: “Is de wederopbouw van dit unieke paleis mogelijk en zal zij dan opnieuw worden gebouwd?” Indien men met bewijzen ook deze vragen kan bevestigen, dan blijft er in deze kwestie in geen enkel opzicht nog een gaatje over waardoor ook de geringste vorm van twijfel of argwaan zou kunnen binnensluipen.

Zodoende bestaat er dan, in overeenkomst met het bovenstaande voorbeeld, voor de vernietiging en voor de wederopbouw van deze wereld die op een groot paleis lijkt een absolute noodzaak. Degene Die dit zal realiseren is daartoe bij machte. De vernietiging ervan is mogelijk en zal ook plaatsvinden.

Een van de punten waar sommige mensen zich in vergissen, is dat ze de handelingen van Allah die Hij met Zijn oneindige macht verricht vanuit het oogpunt van hun eigen begrensde macht bekijken.

Men zegt bijvoorbeeld dat één enkel Iemand alle atomen, planeten, sterren en de rest van heel het bestaan met al hun toestanden onder Zijn heerschappij domineert en beheert. Hij zal bovendien de ondergang van de wereld tot stand brengen en nadien de wederopstanding van de gehele mensheid verwezenlijken. Hoe kan een dergelijk extreme en verbijsterende beschouwing aanvaard worden? Hoe kan een verstand zoiets aannemen?

Teneinde deze kwestie dichter bij de geest te brengen, willen wij het onderstaande voorbeeld als een verrekijker onder woorden brengen:

Laten we ons voorstellen dat er een tafel voor ons staat waarop twee boeken en tien mieren zijn. Laten we bovendien aannemen dat deze mieren met ons kunnen communiceren. Indien we nu tegen deze mieren zouden zeggen dat een van deze boeken vernietigd zal worden en in plaats daarvan een ander boek tevoorschijn zal komen, wat zal dan de reactie van de mieren zijn? Ze gaan het zeer zeker als een onmogelijke handeling beschouwen, omdat het realiseren ervan ver boven hun macht ligt en omdat ze het vanuit het oogpunt van hun eigen macht bekijken. Echter, indien het realiseren van deze handeling zelfs aan een kind toegeschreven zou worden, kan hij het heel makkelijk verrichten. Dus, teneinde iets als onmogelijk of mogelijk te achten, dienen wij in eerste instantie te weten wie dat zal realiseren. Wij spreken nu over de ondergang van de wereld, de oprichting van het hiernamaals en de wederopstanding van de gehele mensheid. Wij weten dat degene die dit zal verwezenlijken Allah is. En Allah is Degene Die oneindige macht, oneindige wijsheid en oneindige kennis bezit.

Bovendien behoort de macht van Allah tot Zijn wezen. Indien iets tot het wezen van datgene behoort, kan het tegenovergestelde ervan niet tot hem doordringen. Bijvoorbeeld, het licht van de zon behoort tot haar wezen. Daardoor kan duisternis niet tot haar doordringen. Dus geen enkele vorm van duisternis –het tegendeel van het licht– kan de zon overvallen. Het licht van de maan echter behoort niet tot haar wezen. Zij weerkaatst het licht van de zon. Daardoor kan zij verduisterd worden tijdens een maansverduistering. Dat wil zeggen dat duisternis –het tegenovergestelde van het licht– de maan kan aangrijpen. Aangezien de macht van Allah tot Zijn wezen behoort, kan geen enkele vorm van onmacht Hem overvallen. Dat wil zeggen dat ten opzichte van de macht van Allah, de schepping van het voorjaar even licht als de schepping van één enkele bloem is. Hij is inderdaad de Almachtige, van Wiens verhevenheid en macht de gehele kosmos met al haar zonnen, sterren, werelden, atomen en bestanddelen getuigenis aflegt.

Wanneer ergens verschillende niveaus of gradaties in worden aangetroffen, laat dat zien dat het tegendeel ervan daarop invloed heeft. Bijvoorbeeld, de zwakke en sterke gradaties van het licht worden bepaald door de invloed van duisternis. De hoge en lage graden van de hitte worden bepaald door de invloed van de kou. En de sterke en zwakke niveaus van macht worden bepaald door de invloed van weerstand. Voorzeker, bij Zijn macht, die tot de essentie van Zijn wezen behoort, kunnen zich geen gradaties bevinden. Hij schept alles even gemakkelijk zoals Hij één enkel iets schept. Aangezien binnen deze almacht geen gradaties bestaan en geen zwakheden en tekortkomingen voorkomen, kan er zich inderdaad voor Zijn macht geen enkele hindernis of belemmering bevinden en kan geen enkele vorm van scheppen Hem moeilijkheden bezorgen.

Aangezien geen enkele handeling Hem moeilijkheden bezorgt, is Hij inderdaad bij machte om de wederopstanding even gemakkelijk als een lente, een lente even licht als één enkele boom en een boom even moeiteloos als één enkele bloem tot stand te brengen. Wij zien eveneens dat Hij één enkele bloem net zo kunstzinnig als een boom, één enkele boom net zo wonderbaarlijk als een lente en één enkele lente net zo volledig en zo wonderlijk als een wederopstanding tot het bestaan roept.[6]

Wij hebben reeds vermeld dat de meeste namen van Allah zoals de Barmhartige, de Rechtvaardige en de Alwijze de wederopstanding en het hiernamaals vereisen. Hieronder zullen wij de naam de Barmhartige kort behandelen.


Het bewijs van barmhartigheid

Is het überhaupt mogelijk dat de Heer van dit rijk, Die eindeloze genade en mededogen heeft, Zijn oprechte dienaren niet zal belonen op een manier die bij Zijn genade en mededogen past? Echter, de beloning is hier, op deze wereld, vrijwel niet te zien; er moet ergens anders een plaats van beloning zijn, zodat Zijn genade zich daar zal manifesteren.

We zullen dit bewijs in twee stappen behandelen: bij de eerste stap zullen wij een kleine reis maken in dit zichtbare rijk om de verschijningen van Zijn genade en mededogen te kunnen waarnemen die overal in de wereld te zien zijn. En bij de tweede stap zullen we laten zien dat deze barmhartigheid en mededogen het hiernamaals vereisen.

De eerste stap: een van de namen van Allah is er-Rahīm. Er-Rahīm betekent Degene Die medelijden heeft met en mededogen toont aan de wezens die Hij heeft geschapen. Bijvoorbeeld, Allah schiep dit rijk uit het niets met Zijn genade, heeft aan elk wezen een afzonderlijke taak verleend, leerde ze hun taken, rustte ze uit met de instrumenten die nodig zijn om hun leven in stand te houden, vervulde hun materiele en spirituele behoeften met mededogen, etc.

We laten nu vijf druppels uit die zee van barmhartigheid zien!

De eerste druppel: als wij bijvoorbeeld een grote brand zouden zien die gedoofd wordt door water dat uit een slang komt, maar de hand niet zien die de slang vasthoudt, zouden wij dan denken dat de slang zelf het vuur heeft gedoofd? Uiteraard niet! Wij hebben geen twijfel over het feit dat de verrichter van de daad over attributen dient te beschikken zoals leven, kennis en macht. Een wezen dat levenloos is, dat niet weet wat vuur is en dat de slang niet kan vasthouden, kan het vuur niet blussen. Daarnaast is het zo dat het uitdoven van een vuur vooral voortkomt uit barmhartigheid; een wezen zonder genade kan niet de uitvoerder van die daad zijn. Als alles en iedereen bij elkaar zouden komen, kunnen ze ons niet laten geloven dat de slang zelf dat vuur heeft gedoofd. Nu vragen we ons af: wie stuurt water in druppels uit de wolken die als een slang dienen om het vuur van de aarde te doven en de temperatuur van het leven te verzachten?

Ongetwijfeld kunnen levenloze en onbewuste wolken niet de dader zijn van de handeling die ons deze genade en mededogen doen laten voelen. Wie houdt dan de slang vast? De Koran beantwoordt deze vraag als volgt:

En Hij is Degene Die de regen doet neerdalen nadat de mensen wanhopig zijn geworden en Degene Die Zijn barmhartigheid uitspreidt. En Hij is de Beschermer, de Prijzenswaardige.[7]

Dat wil zeggen dat deze levenloze en bewusteloze wolken, die op verstrooide katoenbollen lijken, geen kennis hebben over ons en ons niet te hulp schieten vanuit hun mededogen. Zij kunnen niet tevoorschijn komen en weer verdwijnen zonder een bevel daartoe te hebben ontvangen. Zij handelen veeleer volgens de meest machtige en genadevolle Bevelhebber, zodanig dat zij zonder een enige spoor achter te laten verdwijnen en weer plotseling verschijnen en hun taken beginnen te verrichten. Van tijd tot tijd vullen en legen zij de atmosfeer met het bevel en met de macht van de Sultan Die zeer actief, verheven, prachtig en majestueus is. Hij stelt de lucht in dienst als een geschrift waarop Hij de activiteiten en de schepselen op een doelmatige manier schrijft en verwijdert en waarop Hij een voorbeeld van de wereldondergang en de wederopstanding illustreert. En via het beheer en het bestuur van de alwijze Heerser Die een zeer vrijgevige en edelmoedige Verzorger is, bestijgen de wolken de wind, doen de bergengrote inhoud aan regen daarop varen en haasten zich in de hulpverlening aan de behoeftigen. Het lijkt alsof de wolken vanuit mededogen huilend om hen regenen. Hun tranen brengen de bloemen tot glimlachen, verkoelen de roosterende hitte van de zon, besproeien de tuinen met water en reinigen het aangezicht van de aarde.[8]

De tweede druppel: het maken van geneeskrachtige en zoete honing in de buik van een giftig insect, en het serveren van die honing met de handen van dat insect, kan niet de daad van dat insect zijn. Dit wil zeggen dat het niet het insect is dat de honing maakt, maar de genade van Allah. Immers, het ontwerpen van een geschikt programma voor de belangrijke opdrachten in het minuscule hoofdje van deze zo nietig kleine honingmachine, het voorbereiden en het doen rijpen van de meest welsmakende spijs in haar nietig kleine maag en het plaatsen van een gif dat de eigenschap bezit om levende ledematen te vernietigen met haar bajonet –zonder dat dit gif de eigen organen en het eigen lichaam daarbij beschadigt– kan alleen bewerkstelligd worden met een uitzonderlijke opmerkzaamheid en kennis, met een bijzondere wijsheid en doelmatigheid en met een volmaakte ordening en evenwichtigheid. Hierdoor is het inderdaad onmogelijk dat verstandeloze, ongeordende en blinde krachten zoals de natuur en het toeval zich in deze zaken kunnen mengen en zich ermee kunnen bemoeien.

Inderdaad, deze in drie opzichten wonderlijke kunstwerken en handelingen van de Heer die zich bij talrijke bijen op het gehele aardoppervlak met dezelfde wijsheid, dezelfde opmerkzaamheid, dezelfde evenwichtigheid, tegelijkertijd en op dezelfde manier voordoen en in werking treden, bewijzen overduidelijk de eenheid en de genade van Allah.[9]

De derde druppel: het is beslist een manifestatie van genade om in het lenteseizoen alle bomen te bekleden met de beste kleren. En ook om ze te versieren met bloemen en fruit, om ons te voeden door droge takken die als handen zijn met vruchten van verschillende smaken, kleuren, aroma's en vormen. Anders zouden die droge bomen ons niet kennen en geen genade aan ons tonen.

De vierde druppel: het voortbrengen van een pure, reine, zuivere, voedzame en welsmakende witte melk tussen bloed en voedselresten –zonder dat het daarmee in aanraking komt– in de uiers van de moederdieren zoals koeien, kamelen, geiten en schapen die als melkfabrieken dienen en het plaatsen van liefde in hun harten voor hun jongeren welke nog aangenamer, liefrijker, zoeter en waardevoller is dan die melk, vereisen voor hun bewerkstelliging een zodanige graad van barmhartigheid, wijsheid, kennis, kracht, wil en opmerkzaamheid, dat dit alles in geen enkel opzicht het werk van blind toeval, onbedwingbare elementen en doelloze krachten kan zijn.

Inderdaad, deze zeer wonderlijke en doelmatige kunstwerken en handelingen van de Heer die zich in de harten en de uiers van oneindig veel moederdieren van honderdduizend verschillende diersoorten op het gehele aardoppervlak gelijktijdig en op dezelfde manier met dezelfde wijsheid en dezelfde opmerkzaamheid voordoen en in werking treden, bewijzen overduidelijk de barmhartigheid en de eenheid van Allah.

De vijfde druppel: laten we nu eens kijken naar een gedeeltelijke manifestatie van barmhartigheid in de mens:

- Wat als we geen ogen hadden? We zouden leven in een volledig duister rijk!
- Wat als we geen oren hadden? We zouden leven in een stil rijk!
- Wat als we geen tong hadden of wat als onze tong niet de gevoeligheid had om te proeven? We zouden leven in een rijk zonder spraak en smaak!
- Wat als we geen neus hadden? We zouden leven in een rijk zonder geur!

Het zou uiteraard heel moeilijk zijn om in zo'n rijk te leven. Wat zouden we doen als we geen materiële geschenken hadden zoals handen, voeten en vingers. En wat nou als we geen spirituele geschenken hadden gekregen zoals de geest, angst, mededogen en liefde? Dit betekent dat een manifestatie van barmhartigheid zichtbaar is in de verlening van elk orgaan.
Allah, Die de mens met zulke materiële en geestelijke organen en gevoelens versiert, rust eveneens de dieren uit met de organen die voor hen nodig zijn om gebruik te kunnen maken van dit rijk. Hij voorziet vogels van vleugels en leert ze vliegen; Hij rust vissen uit met vinnen en leert ze zwemmen; Hij geeft elk wezen een lichaam en organen die nodig zijn om zijn leven in stand te houden, en behandelt hem met Zijn genade. Dat wil zeggen dat de barmhartigheid van Allah overal te zien is.

Kortom: als de zaken van deze wereld nauwlettend in de gaten worden gehouden, zal duidelijk blijken dat elk levend wezen, van de zwakste tot de sterkste, het voedsel krijgt dat hij nodig heeft. Er wordt er niet één vergeten. Elk behoeftig wezen krijgt onverwachts wat hij nodig heeft. Zulke feesten en geschenken worden aan schepselen geschonken waarvan duidelijk is dat het om een eindeloze hand van genade gaat.

Er kunnen tientallen boekdelen worden geschreven om de verschijningen van barmhartigheid te tonen die we in het universum aanschouwen. Hierdoor nemen we genoegen met de bovenstaande voorbeelden en stappen we over naar de tweede stap.

De tweede stap: de naam er-Rahīm vereist het hiernamaals. In de eerste stap hebben wij gezegd dat overal in het universum de manifestatie van de barmhartigheid van Allah te zien is. Het ontkennen van het bestaan van deze barmhartigheid, die zichtbaar is voor het oog, is hetzelfde als het ontkennen van het bestaan van de zon die de dag vult met haar licht. Als het hiernamaals niet plaatsvindt, zullen deze barmhartigheid en mededogen zinloos zijn. Zij zullen zelfs worden getransformeerd tot het tegenovergestelde.

Bijvoorbeeld, het verstand dat aan de mens is geschonken is een gevolg van de manifestatie van de naam er-Rahīm. Als er geen hiernamaals zou plaatsvinden, zal het verstand geen geschenk maar een ondeugdelijk werktuig zijn dat continu ellendes en verdriet met zich meebrengt. Dat wil zeggen dat het verstand de mens met de ellende van het verleden en met de angsten voor de toekomst zal belasten.

Het gevoel van barmhartigheid en mededogen in de mens is ook een geschenk. Als de wederopstanding echter niet geschiedt en als de dood het einde wordt, zal dit gevoel niet langer een geschenk zijn en het zal omzetten tot een werktuig waaruit kwellingen voortvloeien. Bijvoorbeeld, laten we denken aan een moeder die haar jonge kind heeft verloren. Indien het hiernamaals er niet zou zijn, zal de moeder altijd gekweld worden met de gedachte dat zij hem niet meer kan zien. Al deze en dergelijke gunsten zullen dan transformeren tot marteling en bespotting.

Het bestaan van het hiernamaals is dan ook noodzakelijk, zodat de barmhartigheid en mededogen niet in het tegenovergestelde zullen veranderen. Er is geen twijfel dat Allah Die oneindig genadig is, Zijn barmhartigheid niet zal laten omslaan in het tegenovergestelde. Dus zal Hij de wederopstanding tot stand brengen, wat ten opzichte van Zijn macht net zo eenvoudig is als het scheppen van één bloem.

Laten we een voorbeeld geven om deze kwestie nader tot het verstand te brengen.

We zien dat er een arm persoon is die van een hoge berg naar beneden is gerold en zich heeft vastgeklemd aan een boom tot het moment dat hij op het punt staat in een afgrond te vallen. Teneinde hem te redden, beginnen wij hem omhoog te trekken met een touw. Nu stellen we onszelf de volgende vragen: als wij het touw laten gaan wanneer hij net op het punt staat te worden gered, zullen onze eerdere medelevende daden dan nog van enig belang zijn? Wordt dan dat mededogen niet spottend? Zou het gevoel van mededogen dat ons aanmoedigt om hem te redden ons het touw laten loslaten? Absoluut niet!

Net als dit voorbeeld, klampen we ons vast aan het touw van de macht van Allah, zijn we ontstaan uit non-existentie en zijn we gered van het vervallen in de rijken van het niet-bestaan. Inderdaad, Allah verleende ons dit lichaam en stuurde ons naar dit rijk. Hij schonk ons vele geschenken. Als het hiernamaals niet zou plaatsvinden en we niet meer zouden bestaan na de dood, zal het dan niet als het loslaten van het touw zijn?

Er is geen twijfel dat de goddelijke barmhartigheid ons niet naar de duisternis van de non-existentie zal sturen, wat vergelijkbaar is met het loslaten van het touw. Als Hij ons naar non-existentie zou willen sturen, zou Hij ons niet naar deze wereld brengen en zou Hij ons niet met mededogen behandelen.

Als het hiernamaals niet bestaat, zal het mededogen worden omgezet in bespotting. Zou het een gunst zijn als we een tafel vol voedsel naar de cel sturen van een persoon die ter dood is veroordeeld? Absoluut niet! Als het hiernamaals zich niet zou voordoen, zou er geen verschil zijn tussen die gevangene en ons. Zou Allah dit incident ooit laten gebeuren zodat Hij Zijn mededogen en genade zou verloochenen? Absoluut niet!

Laten we eens kijken naar het feit dat barmhartigheid het hiernamaals vereist met de verrekijker van het volgende voorbeeld:

Als we iemand zien verdrinken in de zee, zouden we de zee in springen om die persoon te redden, als we zelfs maar een beetje genade zouden hebben en weten hoe we moeten zwemmen.

Nu is de vraag: zouden we deze man ophangen nadat we hem gered hebben? Absoluut niet! Onze genade zal ons dit niet laten doen. Anders zouden we hem niet uit de zee redden maar hem daar laten verdrinken. Hem redden van verdrinking bewijst de genade in ons; de genade in ons bewijst dat we hem niet zullen ophangen. Allah de Rechtvaardige heeft ons gered van de verdrinking van non-existentie en naar deze wereld gebracht. Hij verzorgt ons met zijn mededogen in deze wereld net als bij een baby. Is het überhaupt mogelijk dat Allah, Die absoluut barmhartig is, de mens dood en hem niet opwekt en hem Zijn barmhartigheid laat ontkennen? Absoluut niet! Als Hij zo genadeloos was geweest om ons te doden en niet om ons weer tot leven te wekken, zou Hij ons niet uit het niets hebben geschapen en ons niet hebben gevoed als een tere baby.

Kortom: eindeloze barmhartigheid en mededogen zijn zichtbaar in dit rijk. Deze genade en mededogen omvatten alles, van een vlieg tot aan de planeten. Aangezien een handeling een uitvoerder vereist, kunnen deze barmhartigheid en mededogen zonder een uitvoerder zich niet manifesteren. Aangezien de blinde macht, onbewuste aard, fictieve wetten en levenloze oorzaken geen uitvoerders van deze genade en mededogen kunnen zijn, kan degene die deze genade en dit mededogen ziet, Allah niet ontkennen. En degene die Allah en zijn genade niet kan ontkennen, kan het hiernamaals niet ontkennen.[10]


Footnotes

  1. ^ Zie De Koran 2:3.
  2. ^ De Koran 2:44.
  3. ^ De Koran 4:82.
  4. ^ De Koran 6:50.
  5. ^ Zie Nursi S., De Brieven, De Negenentwintigste Brief, Het Zevende Hoofdstuk.
  6. ^ Nursi S. (2022), Het Grootste Teken, Envar Press, blz. 136-137.
  7. ^ De Koran 42:28.
  8. ^ Nursi S. (2022), Het Grootste Teken, Envar Press, blz. 51.
  9. ^ Nursi S. (2022), Het Grootste Teken, Envar Press, blz. 136-129.
  10. ^ Abdullah Zeyd Tarik, De Dood (een einde of een nieuw begin), Uitgeverij V&I (vragenenislam.nl), 2022, blz. 43-58.

Gerelateerde artikelen