
Wat drukt de tevhid-geloofsleer uit en in hoeveel delen wordt het verdeeld?
De tevhid-geloofsleer betekent: geloven dat Allah, die de schepper van het hele universum is, de enige ware God is, en dat Hij geen partner heeft – noch in Zijn wezen, noch in Zijn daden.
Het stevig verankeren van de tevhid-geloofsleer hangt af van het op de juiste manier begrijpen van het tevhid-idee vanuit verschillende invalshoeken. Anders gezegd: als iemand zegt “Allah heeft geen partner in Zijn wezen”, maar vervolgens daden of overtuigingen vertoont die afbreuk doen aan Allah’s Goddelijkheid – zoals Hem aanbidden of als enige ware God erkennen – dan strookt dat niet met een echte tevhid-visie. Om zulke misvattingen te voorkomen, hebben islamitische geleerden op basis van de Koran en de SoennaDatgene wat profeet Muhammed (saw) zei en deed tijdens zijn leven. het onderwerp verder uitgewerkt en vanuit verschillende hoeken benaderd. We zullen een samenvatting van deze indelingen puntsgewijs geven:
a. De indeling die de relatie laat zien tussen Allah als Heer (Rab) van het universum en Zijn God-zijn (Uluhiyet):
Tevhid-i Rubûbiyet (Eenheid in Heerschap):
De beschrijving “Rabbu’l-Âlemîn” in Soera al-Fatiha geeft aan dat Allah de enige eigenaar van het universum is, de absolute bezitter van alles, de enige schepper en de enige die bestuurt. Deze opvatting onderwijst het ware tevhid-verhaal en maakt duidelijk dat alles – van naald tot draad – alleen door Allah wordt geschapen.
Tevhid-i Ulûhiyet (Eenheid in God-zijn):
Deze term, die eveneens in Soera al-Fatiha voorkomt in de uitdrukking “Iyyake na’budu” (“U alleen aanbidden wij”), maakt duidelijk dat Allah de enige is die het waard is om aanbeden te worden. De spreker in deze uitdrukking richt zich tot “Rabbu’l-Âlemîn”, wat de eenheid van rubûbiyet en ulûhiyet samenbrengt. Samengevat: Degene die het hele universum alleen heeft geschapen, is ook de enige die recht heeft op aanbidding. Het tegenovergestelde is dan ook waar: wie het universum niet alleen heeft geschapen, kan geen God zijn.
b. De indeling die het verschil toont tussen tevhid in denken/spreken en tevhid in gedrag/handelen:
Tevhid-i Akvâl (Eenheid in woorden):
Een tevhid-begrip in denken en spreken is een onmisbare voorwaarde om moslim te worden. Allah is de enige schepper en enige God. Soera al-Ikhlas leert dit tevhid-niveau.
Tevhid-i Ef’âl (Eenheid in daden):
Wie met zijn tong verklaart dat Allah één is, en dat Hij de enige schepper en God is, moet dit ook met zijn gedrag en daden bevestigen. Iemand wiens daden zijn woorden tegenspreken, heeft een gebrekkige tevhid-begrip. Soera al-Kafirûn leert deze vorm van tevhid.
c. Andere vormen van tevhid die ook worden benoemd zijn:
Tevhid-i Kayyûmiyyet, Tevhid-i Sermediyyet en Tevhid-i Celâl. Deze vormen worden onder andere besproken in de Risale-i Nur.
In Risale-i Nur wordt een korte uitleg gegeven over Soera al-Ikhlas vanuit het perspectief van tevhid:
“De eerste zin van de soera (‘Hûve’ = Hij is) bevat een aanwijzing zonder context. Deze duidt op een absolute aanduiding, wat op zijn beurt een specifieke aanduiding impliceert, en dat wijst weer op de ‘tevhid van aanschouwing’ (tevhid-i şühûd).”
(Sözler, Lemeât)
Uitleg: De eerste zin van Soera al-Ikhlas luidt: “Zeg: Hij is Allah.” Elke voornaamwoord (‘hij’) verwijst naar iets. In dit geval wordt niet expliciet gezegd naar wie verwezen wordt, dus moet het om een absoluut bestaand wezen gaan – en dat is alleen Allah. Dus dit wijst op Zijn absolute uniekheid.
De tweede zin wijst op de tevhid in ulûhiyet.
De derde zin wijst op de tevhid in rubûbiyet en kayyûmiyyet.
De vierde zin bevat tevhid in majesteit (tevhid-i celâl).
De vijfde zin wijst op de eeuwige eenheid (tevhid-i sermediyyet).
De zesde zin bevat de omvattende eenheid (tevhid-i câmi’), want Hij heeft geen gelijke in Zijn wezen, geen partner in Zijn daden en geen vergelijkbare in Zijn eigenschappen.
De zes zinnen van Soera al-Ikhlas zijn:
- Zeg: Hij is Allah.
- Allah is Eén.
- Allah is de Enige van Wie alles afhankelijk is (Samad).
- Hij heeft niet verwekt.
- En is niet verwekt.
- En niemand is aan Hem gelijk.
Bediüzzaman zegt dat deze zes zinnen van Soera al-Ikhlas zeven vormen van shirkHet toekennen van deelgenootschap aan Allah, oftewel het toekennen van goddelijke eigenschappen aan iets of iemand anders dan Allah. (afgoderij) verwerpen: zoals aanbidding van Uzayr, Jezus, engelen, het verstand, de oorzaken, sterren of beelden.
Tegelijk laten ze zeven niveaus van tevhid zien:
- Tevhid-i şühûd (het zien van Allah’s eenheid in alles)
- Tevhid-i ulûhiyet (eenheid in God-zijn)
- Tevhid-i rubûbiyet (eenheid in heerschappij)
- Tevhid-i kayyûmiyyet (alles wordt in stand gehouden door Allah)
- Tevhid-i celâl (alles wijst, ondanks zijn zwakte, op de grootsheid van Allah)
- Tevhid-i sermediyyet (dat Allah in al Zijn handelingen eeuwig en onveranderlijk is)
- Tevhid-i câmi’ (Allah heeft in Zijn wezen, daden en eigenschappen geen gelijke, partner of gelijkenis)
Vond je deze inhoud nuttig?