Is eeuwigheid te begrijpen?
Net zoals de zee niet in een glas past, zo is ook de eeuwigheid niet te bevatten met het beperkte menselijke verstand. Ondanks dat de mens de eeuwigheid niet kan bevatten, kan hij nog wel het bestaan ervan begrijpen.
De mens is beperkt in alles. Zijn leven heeft een begin. Ieder begin geeft aan dat er ook een einde zal komen, dus ook dit leven heeft een einde. Aldus kan de mens in dit korte leven dat een begin en een einde heeft, in alle opzichten beperkte taken verrichten. Het oog kan slechts 2,5% waarnemen van de aanwezige stralen. Het oor hoort alleen maar bepaalde frequenties.
Zoals dit in de materiële wereld openlijk een feit is, geldt het ook voor de spirituele wereld. Het verstand van de mens kan niet alles begrijpen. Het leren heeft namelijk een begin. Een wetenschap die een begin heeft kan geen oneindige wetenschap zijn, net zoals het leven.
De capaciteit van het verstand van de mens is zeer beperkt. Het verstand kan zelfs zichzelf niet begrijpen. Als dit beperkte verstand zichzelf niet eens kan begrijpen, hoe kan hij dan de oneindigheid begrijpen? Men weet dat drie minder is dan vier. Hij weet ook dat als hij probeert om van drie vier af te halen, hij dan een negatief resultaat zal krijgen. Zoals dit voorbeeld, als men nu probeert om de eeuwigheid te begrijpen met zijn beperkt verstand, dan zal dit tot oneindig negatieve resultaten leiden. Men accepteert dan al bij voorbaat dat men er nooit uit zal komen.
De mens kan de eeuwigheid niet bevatten, maar wel erin geloven. Dit is een grote goddelijke gunst voor de mens. We hadden anders niet kunnen geloven in een Heer, Die met al Zijn eigenschappen oneindig is.
De mens heeft hier de mogelijkheid gekregen om te onderscheiden, om te beredeneren en om met logische argumentaties te komen. Hij weet dankzij deze eigenschappen zeer zeker dat net zoals hij een begin en een einde heeft, alles ook een begin en een einde moet hebben.
Alles wat een begin heeft, leert ons de volgende werkelijkheden;
Er is een Heer Die ons uit het niets heeft geschapen en Die zelf geen begin heeft. Zo ook laat ieder einde ons weten dat er een Heer bestaat Die eeuwig is. Laten we onszelf de volgende vragen stellen: “Is het enige wat wij niet begrijpen de eeuwigheid? Kunnen wij de aantrekkingskracht wel begrijpen? Kunnen wij begrijpen hoe de zon alle planeten aantrekt en om zich heen laat draaien? Kunnen wij de natuur van onze ziel, verstand, gedachte en geheugen begrijpen? Hebben wij de immateriële fabriek in een appelboom dan wel uit kunnen leggen? Hoe is het mogelijk dat een ei in een vliegende vogel verandert? Hoe is het mogelijk dat een bevruchte eicel negen maanden later huilt, lacht en hoort?”
Hieruit kunnen we dus concluderen dat hetgeen wat de mens niet ziet ten op zichte van wat men wel ziet, hetgeen wat men niet begrijpt ten opzichte van wat men wel begrijpt en hetgeen wat men niet weet ten op zichte van wat men wel weet, veel meer is.
De mens die probeert de eeuwigheid te begrijpen hoewel hij zelfs dergelijke vergankelijke schepselen niet kan begrijpen, zal minstens zichzelf vermoeien. Wij zeggen hier minstens, omdat dergelijke ongepaste zoektochten de mens zouden kunnen bedwelmen en zelfs zouden kunnen ontsporen.
De ijver van de mens om de eeuwigheid te willen begrijpen heeft betrekking op twee aspecten; namelijk de goddelijke eigenschappen die oneindig zijn en het leven in het hiernamaals dat oneindig is.
Wanneer we het over de eeuwigheid in het hiernamaals hebben, dan hebben we het over een leven waaraan geen einde aan komt en geen gebreken heeft. Het is een paradijselijk leven dat niet wordt ontnomen. Hiervoor is dus geen reden om dit aspect niet te begrijpen.
Wat de goddelijke attributen die oneindig zijn betreft. Een van zijn eigenschappen is bijvoorbeeld zijn oneindige macht die hij kan uitoefenen. Hoeveel werelden Hij ook schept, Zijn macht zal niet afnemen. De betekenis van Zijn eeuwige kennis is dat Hij vrij is van enige onwetendheid. De andere attributen moeten met dezelfde logica benaderd worden. De werkelijkheid: “Hij die Ezeli (pre-eeuwig) is, is ook Ebedi (eeuwig)”, heeft betrekking op zowel Allah de Rechtvaardige zelf alsmede Zijn attributen. Dat wil zeggen dat al Zijn attributen oneindig en eeuwig zijn. Want geen enkele eigenschap is later tot stand gekomen. Ze zijn allen pre-eeuwig.
Omdat er geen contrast is in Zijn eigenschappen en attributen, kunnen we geen lijn trekken en dat begrenzen. Met andere woorden, wanneer we over de oneindige macht en kennis van Allah spreken, zeggen we eigenlijk dat er geen plaats is voor onmacht en onwetendheid. Voor de schepselen, met name mensen, is dat wel het geval. Er zit namelijk een contrast in onze eigenschappen. Wanneer men zegt “die man is zeer intelligent”. Is diezelfde man ook onwetend over talloze zaken. Of wanneer men zegt “die man is heel sterk”. Heeft diezelfde man een beperkt aantal kracht die hij kan tillen en kan weerstaan. Maar bij Allah is dat niet het geval. Er is namelijk geen contrast in zijn eigenschappen.[1]
Footnotes
- ^ Risale-i Nur, De Woorden, 29ste Woord.