Wat is de tafsir van de tweede vers van soera al-Baqarah? Wat is de definitie van het woord ‘kalief’ in deze context en naar wie refereert Allah (swt)? Online lees ik dat alle mensen dit betreft en we dus een zorgplicht hebben voor elkaar en de aarde inclusief dieren e.d. Wij zijn op aarde namens Allah (swt). Deze verantwoordelijkheid geeft richting. Echter, in de tafsir van Ibn Kathir lees ik daar niks over. 


Allereerst dienen wij te weten dat de verzen van de Qur’an 'djawam-ul kalam' zijn. Dat wil zeggen dat men veel betekenissen kan afleiden uit één vers. Al deze betekenissen kunnen juist zijn zolang ze in harmonie zijn met de boodschap van de Qur’an en de overleveringen van de profeet (saw). Daarom kan het zijn dat de geleerden verschillende interpretaties hebben over één en hetzelfde vers. Om deze reden werden er tot nu toe meer dan 300.000 tafsīr-ul-Qur’ān (exegesen van de Qur’ān) vervaardigd. De afwezigheid van één betekenis in het boek van een mufassīr (exegeet) betekent niet dat die betekenis niet juist is. Het betekent dus niet dat de betekenis die u hierboven hebt vermeld niet juist is, omdat het niet in het boek van Ibn Kathir staat.

Wat het woord khalief betreft dat in het bovenvermelde vers wordt genoemd, alle mufassīrūn (exegeten) zijn het erover eens dat het naar Adem (as) verwijst.

Sommige ervan zijn van mening dat de mens de kalief van Allah is. Volgens deze opvatting bestaat het kalifaat van Adem (as) en zijn nakomelingen uit het leven in deze wereld -waarin de kennis, wil en de macht van Allah overheerst- in overeenstemming met de wil en het bevel van Allah. Het vers dat onderwijst dat mensen zijn geschapen om Allah aan te bidden[1] en de verzen die verkondigen dat de mensen als kaliefen zijn geschapen verwijzen naar één en dezelfde waarheid. 'De kalief van Allah' betekent echter niet dat men de plaats van Allah inneemt en Zijn handelingen verricht. Immers, Allah heeft geen partners in zowel zijn godheid en heerschappij, alsmede in het beheren en het scheppen van het bestaan.

Een andere groep van de mufassīrūn zijn van mening dat de titel kalief naar de superioriteit van de mens aan andere schepselen verwijst. Volgens deze opvatting heeft Allah Adem (as) tot kalief (heerser van de aarde) gemaakt in plaats van de engelen die na de djinn de bewoners van de aarde waren. Volgens dit oogpunt heeft de mens het gezag over alle schepselen op aarde.[2]

Hierboven hebben we slechts twee van de meningen van de mufassīrūn over deze kwestie naar voren gebracht. Al deze betekenissen kunnen worden opgenomen in de betekenis die door het vers wordt uitgedrukt.

Footnotes

  1. ^ De Qur’ān 51:56
  2. ^ Al-Wāhidī Abu'l-Hasan Ali b. Ahmed an-Nisābūrī (468 h.), al-Wasīt (fi Tafsiril-Qur'ānil-Madjīd), Dārul-Qutubil-Ilmiyya, Beiroet, 1994, I, 113

Gerelateerde vragen