Degenen aan wie zekat gegeven kunnen worden, zijn verdeeld in 8 categorieën welke in de Kuran op een duidelijke manier zijn verkondigd. Deze zijn als volgt:

1. de armen
2. de behoeftigen
3. degenen die aangesteld zijn om zekat te verzamelen en uit te delen
4. degenen wiens harten [tot de Islam] geneigd zijn
5. de slaven die vrijgekocht zullen worden,
6. de schuldenaars,
7. degenen die op de weg van Allah [werken en strijden],
8. de gestrande reizigers.^[1]

Een arme en een behoeftige is iemand die buiten zijn basisbehoeftes geen bezit heeft die boven het bedrag van nisab is. Indien iemand, buiten zijn/haar basisbehoeftes, een bezit heeft ter waarde van het bedrag van nisab, wordt hij/zij niet als een arme of behoeftige beschouwd en kan er daardoor geen zekat aan hem/haar gegeven worden.^[2]

Een schuldenaar is een persoon die naast het bezit waarvan hij zijn schulden kan aflossen geen bezit heeft dat boven nisab bedraagt.^[3]

Een gestrand persoon is een persoon die door geldgebrek op de weg vastzit en niet naar zijn/haar woonplaats kan terugkeren. Men kan hem/haar tot een bepaalde bedrag zekat geven zodat hij/zij naar zijn/haar woonplaats kan terugkeren.^[4] Echter, indien hij/zij de mogelijkheid heeft om zijn/haar geld te bereiken via bankpas, telefoon of op een andere manier, valt hij/zij niet onder een gestrand persoon aan wie zekat gegeven kan worden.

Wat de uitdrukking “fisebilillah” betreft, wat "op de weg van Allah" betekent, deze zijn pelgrims, soldaten en studenten die zich aan de weg van Allah en van de Islam hebben gewijd.