Is de dood een toevallige handeling?


Iemands dood is geen toevallige gebeurtenis. De zinsnede ‘Hij brengt de dood’ die wij in ‘de verheerlijking van de profeet (saw) aan Allah’[1] aantreffen, toont aan dat Hij Degene is Die de dood schenkt. Dat houdt in dat Hij de mens ontslaat van zijn taak in het leven, zijn plaats in deze vergankelijke wereld omruil voor een plaats in het onvergankelijke oord en hem bevrijdt van de inspanningen van zijn diensten. Hij verplaatst de mens vanuit dit vergankelijke leven naar het eeuwigdurende leven. De hierboven vermelde zinsnede roept de vergankelijke mensen met luide stem het volgende toe en zegt: “Goed nieuws voor jullie! De dood is geen terechtstelling, geen einde, geen eeuwige scheiding, geen toeval en geen afbraak. Veeleer is het een overdracht naar eeuwige gelukzaligheid, naar jullie ware vaderland. Het is een reüniedeur voor het hiernamaals dat een verzamelplaats is voor negenennegentig procent van al jullie vrienden.”[2]

Bovendien wordt het in de Qur'ān met verzen zoal “[Hij] Die de dood en het leven heeft geschapen, zodat Hij jullie kan beproeven wie van jullie de beste in daden is.”[3] aangetoond dat de dood in feite evenals het leven geschapen is. Net zoals het leven via het scheppen en vanuit de bepaling van Allah in de wereld verschijnt, zo geschiedt eveneens zijn vertrek uit deze wereld via het scheppen en vanuit Zijn bepaling onder een wijze, zinvolle leiding. Immers, de dood van een plant, welke het laagste levensniveau vormt, manifesteert zich als een nog beter welgeordend kunstwerk dan het leven zelf. Hoewel de dood van vruchten, pitten en zaadkorrels qua uiterlijk een vorm van verval en van ontbinding is, is deze veeleer evenals het kneden van een buitengewoon welgeordend chemisch proces, van een weloverwogen vermenging van bestanddelen en van een met wijsheid vervulde samenstelling van moleculen die na de dood in een nieuw ontkiemend leven opnieuw verschijnen. Dat houdt dus in dat de dood van een zaadkorrel het begin is van het leven voor een nieuwe tot stand komende plant. Vanuit de reden dat deze zelfs gelijkwaardig is aan het leven, is haar dood evenals het leven geschapen en welgeordend.

Indien het sterven van planten –die tot het laagste levensniveau behoren– op een wijze en welgeordende manier geschapen is, dan dient de dood van de mensen, die tot het hoogste levensniveau behoren, op dezelfde wijze geschapen te zijn. Evenals een zaadje dat in de aarde wordt gezaaid bovengronds een boom wordt, zal de mens die in de aarde wordt begraven zeker de zaailing voortbrengen van een onvergankelijk leven in het hiernamaals.[4]

De dood is inderdaad een wisseling van plaats en een bevrijding van de ziel. Het is geen vonnis van het einde, geen non-existentie en geen verwoesting van het bestaan.[5]

Footnotes

  1. ^ “Er is geen god buiten Allah, Hij is de Enige, Hij heeft geen partner. Hem behoort het gehele rijk toe en Hem komt alle lofprijzing toe. Hij schenkt het leven en Hij brengt de dood en Hij is de levende. Niet sterft Hij. Al het goede bevindt zich in Zijn macht en Hij is almachtig over alles en tot Hem is onze bestemming.” [Bukhārī, Ezān: 155; Tahadjdjud: 21]
  2. ^ Zie Nursi. S., De Brieven, De Twintigste Brief, Het Zevende Woord
  3. ^ De Qur'an 67:2
  4. ^ Nursi. S., De Brieven, De Eerste Brief, De Tweede Vraag
  5. ^ Zie Nursi. S., De Brieven, De Eerste Brief, De Tweede Vraag

Gerelateerde vragen