Op de dag des Oordeels zal de gehele mensheid tegelijkertijd, maar iedereen afzonderlijk ondervraagd worden. Omdat niet iedereen hetzelfde leven leeft in deze wereld, zal de ondervraging van de mensen vanzelfsprekend niet dezelfde zijn. Dat wil zeggen dat de ondervraging van sommige mensen lang zal duren, terwijl de ondervraging van anderen kort zal duren. Uit de overleveringen van de profeet (saw) en de verzen van de Qur’an leren wij dat die dag zeer schrikwekkend zal zijn. Iedereen zal alleen over zichzelf zorgen maken, zich over zijn eigen lot bekommeren en zelfs zijn naaste verwanten vermijden. Aangezien iedereen op die dag zeer ongerust zal zijn, zal iedereen wensen dat de afrekening zo snel mogelijk plaatsvindt.

Indien iemand het recht van een andere schendt, zal hij met die persoon in het gerechtshof van Allah geconfronteerd worden.

Bovendien begrijpen wij uit sommige overleveringen dat onze Heer, Die de zonden van een persoon hier niet heeft geopenbaard, die zonden niet zal openbaren in het hiernamaals. Met dergelijke overleveringen worden we in feite gewaarschuwd om de zonden niet openlijk te begaan en niet openbaar te maken, zodat ze vergeven kunnen worden.^[1]